Deze ochtend zag ik een blauwe hemel en zon. Ik bekeek buienradar en zag dat er geen regen werd voorspeld. Zoiets is altijd goed nieuws en vol goede moed vertrokken we naar het Lentefeest van Emma’s oudste neef. Het feest was in hun (magistrale) hof en de dochter zat dus op bekend terrein. We waren er als eerste, wat Emma de tijd gaf om alles in zich op te nemen. De tenten, de barbecues, het springkasteel, … Ze deed een rondje en ging algauw in het springkasteel met haar neefjes. In no time was ze aan het gieren van plezier. Ge zoudt voor minder: een halve speeltuin voor u alleen en twee neefjes die uw orders opvolgen en u de tijd van uw leven bezorgen.
De andere genodigden sijpelden toe en Emma ging de gekenden goeiendag zeggen, om dan snel terug te gaan spelen. De zonnecrème werd uitgehaald en de aperitiefhapjes kwamen op tafel. Crackers en tapenade! Olijven! Kaasblokjes! Ze at en speelde, at en speelde, at nog wat meer en speelde nog wat meer. Tegen 14u begonnen het lief en ik te vrezen voor een dipje, want normaal durft ze dan al eens een autotukje doen, en dat was nu onmogelijk. Ze ging door en door, bleef vrolijk en het lief en ik deelden veelbetekenende blikken “Kijk dat kind van ons toch. Dat hebben wij goed gedaan. High Five!”
Het lief stond achter de barbecue en de dochter liet de scampi’s sneller verdwijnen dan hij ze kon aanvoeren. Ze dronk wat water, stal de show “Scampi’s. MMMM. Het is SU-PER-LEK-KER!”, en ging toen verder spelen. Er kwamen andere kinderen toe, nichtjes van de neefjes, die Emma niet kende en ik zag ze maar wat scheef kijken. Ze hield afstand en ging spelen waar de andere kindjes niet waren. De volwassenen deden een rondje Kubb en eens die klaar waren speelde ik een “smijt de blokken omver met stokken” spelletje met enkele kinderen. Esmee was er één van. Ze had een klik met Emma, en die twee gierden het uit.
Er kwamen ijsjes op tafel, een gans dessertbuffet en tussen het snoepen door hoorden we kinderen lachen en gillen op de achtergrond. Af en toe daagde er ééntje op die wat at of dronk, om dan even snel terug weg te crossen. Schoenen en sokken werden uitgedaan, de haren werden slordiger met de minuut en hun voeten werden zwarter dan zwart.
‘s Avonds gingen de gezinnen één per één weg. Emma knuffelde Esmee. Zwaaide anderen gedag en genoot nog even van het springkasteel voor haar alleen. De neefjes gingen nog een laatste keer gewillig mee in haar peuterstreken en toen gingen ook wij weg. We wonen op nog geen tien minuten rijden en wilden Emma wakker houden. Ze viel in slaap toen we de straat nog niet uit waren. We teleporteerden ze naar bed en daar ligt ze nu te slapen, met zwarte voetjes en haar feestkleed nog aan. Het lief en ik keken nog even naar haar, raapten ons hart terug op en bevestigden luidop hoeveel chance wij hebben met elkaar.
Dit is zo’n dag waarvan ik later zal zeggen “Weet ge ‘t nog? In bed met zwarte voeten en haar feestkleed. Dat waren nogal tijden, hé?”.
Klinkt heeeerlijk! Zo’n dagen moet je inderdaad koesteren 🙂
big big smile 🙂