Jaren geleden begon ik met bloggen omdat ik privacy wilde. That’s about right, ja. Bij mij thuis was er geen privacy. Al wat ik opschreef werd gelezen, dus startte ik een blog op tinternet, want daar kon ik schrijven zonder dat iemand het las. Bhahaha. How things have changed, zegt.
Bijna tien jaar zit ik hier op BigCityLife en er waren tijden dat ik zo regelmatig blogde, dat er zelfs een schema aan vast hing. Dan excuseerde ik mij omdat ik een dag te laat was met posten. Er waren blogmeetings, blogstokjes en het was een wereld op zijn eigen. Er waren momenten dat bloggen een last werd en er waren momenten dat de pers meelas en ik mails kreeg met de vraag of ze mijn blog mochten publiceren in de pers. Er waren momenten waar ik alles vergat en schreef uit het diepste van mijn hart en ziel en er waren momenten dat ik commercieel dacht over wat ik schreef, want er moest omzet gedraaid worden. En toen legde ik alles stil.
Alles, want wat ooit mijn vertrouwde speeltuin was voelde vreemder dan ooit aan. Van Instagram en Twitter tot deze blog. Wat ooit het verlengde van mijn living was en mijn eigen plek voelde plots alsof één of ander kraakpand. Dus bleef ik weg. Ver weg. Ik miste het, vooral wat het ooit was en vervloekte iedereen voor de vervreemding die ik voelde, nog het meest van al mijzelf. Dus vertrok ik. “Trekt ulder plan met aesthetic en meningen”, dacht ik. Het kon allemaal de boom in en ik meende het nog ook.
Meer dan zes maand lang meed ik het nieuws. Ik was alle meningen zo beu en again: nog het meest van al die van mezelf. De opinies over de opinie van iemand die reageerde op een opinie. Fucking hell. Pas toen ik alles straal negeerde viel mij op hoe vermoeiend dat was geweest: alles analyseren, op alles reageren, uitleggen waarom, in debat gaan,… Nu ben ik terug, met evenveel meningen, maar ik vertel die tegen het lief of onze dochters. Het zou u verbazen welke slimme dingen een vier-jarige kan zeggen over The Supreme Court, gelijk dat hun jurken schoonder zouden zijn in ‘t roze met wat glitter. Geef ze eens ongelijk.
De rust keerde langzaam maar zeker terug in mijn hoofd en mondjesmaat kwam ik terug op tinternet. Instagram kreeg een opkuisbeurt en ik maakte een lijst met goede vrienden. Twitter negeer ik voor 90% van de tijd, want het laatste waar ik tegenwoordig behoefte aan heb is de mening van Jos uit Wederkerigem. Het voelde goed en dat is nog steeds zo. Het laatste deel van de grote kuis was deze blog, want dat schrijven, ik mis dat enorm. Geen idee hoe het komt, maar dat is hetzelfde niet in zo’n journal of in Google Docs.
Dus ben ik hier terug, in mijn living op tinternet. Ik heb gekuist en nieuwe kaderkes aan de muur gehangen. De koffie staat warm en we hebben zelfs koekskes gebakken.
Ge zijt welkom.
Zet u.
Ik heb u gemist.
Yes! Ik heb jouw posts ook gemist. Welcome back, Romina! ❤️
Gij lieve 💚
Ik ben content dat ge terug zijt! Want zo begon het ooit, duusd jaar geleden.
❤️ welkom terug 🙌🏻
Yihaaa!!! Welkom terug!
Welkom terug!
Het schrijven, het blijft toch iets speciaals.
En belange niet alles hoeft op tinternet te staan daarvoor.